elisabeth van culemborg

Bourgondische Verbindingen: Het Leven van Elisabeth van Culemborg

by Bob van Dijk

Kleindochter van Anton van Bourgondië, een zoon van Filips de Goede.

Nog geen halve week nadat wij terugkwamen van onze reis naar en door Bourgondië stond ons een bijzondere verrassing op ons te wachten. Op woensdag 14 oktober hadden wij ons opgegeven bij de Senioren Zomerschool in Houten voor een fietstocht naar Culemborg, om daar enerzijds een bezoek te brengen aan het Weeshuismuseum en anderzijds een rondleiding met een gids door de stad Culemborg te krijgen.

Die gids vertelde in haar introductie over (de kinderloos gebleven) Vrouwe Elisabeth (1475-1555) die in haar testament bepaald had, dat haar nalatenschap besteed moest worden aan de ‘regte armen’. De executeurs-testamentair besloten tot het bouwen van de eerste nieuwgebouwde weeshuis in de Noordelijke Nederlanden dat tot 1952 als weeshuis bleef bestaan. Bij haar eerste toelichting zei ze tussen neus en lippen, dat deze Elisabeth een erfdochter was van Jasper van Culemborg en Johanna van Bourgondië. Ik was gelijk getriggerd: Bourgondië !? Ik was vorig weekend net teruggekeerd van een vakantie- en tijdreis naar Bourgondië, via het Hof van Mechelen, Reims, Troyes en Dijon helemaal naar Hotel de Dieu in Beaune en terug via Luxemburg en La Roche.

Elisabeth bleek niet zomaar iemand. Zij was de laatste telg van Culemborg en schathemelrijk. Zij was eerst getrouwd met Jan van Luxemburg en later met Antoon van Lalaing.

Jan van Luxemburg en later met Antoon van Lalaing

Toen we na de stadswandeling na de lunch het museum zelf bezochten, kwam de aap uit de mouw: Op 27 februari 1470 of 71 trouwde Elisabeths vader Jasper van Culemborg (1445-1504) in Brugge met Johanna van Bourgondië (1459-1511), een nichtje van hertog Karel de Stoute jawel. Haar moeder was een dochter van diens halfbroer Anton van Bourgondië (1421-1504) en Maria de la Viefille, wat Elisabeths vader in de gunst bracht van het Bourgondische huis! Jasper en Johanna kregen negen of tien kinderen, van wie alleen de dochters de volwassen leeftijd hebben bereikt.

Jasper Heer van Culemborg 1445 - 1504

Jasper was heer van Culemborg, Lienden, Honswijk, Ewijk, Goilberdingen en Hoogstraten, gouverneur van Leerdam en kamerling (vertrouweling) van niemand minder dan keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Op 4 maart 1480 werd Jasper door deze Maximiliaan benoemd tot gouverneur van Leerdam en het land ter Leede om daar de onrust te bestrijden. In april 1480 kreeg hij Schalkwijk in beheer (beleend) dankzij niemand minder dan de bisschop van Utrecht, David van Bourgondië (1427-1496), een andere bastaardzoon van Filips de Goede bij zijn maîtresse Colette Casteleyn, die dankzij de gezamenlijke inspanning van de Hollandse Kabeljauwen en de Bourgondiërs in 1456 door paus Calixtus III tot bisschop van Utrecht werd benoemd en die na de gevangenneming van de gebroeders Reinoud (burggraaf van Utrecht) en Gijsbrecht van Brederode (domproost en bisschop-elect) in 1470 wel als de machtigste bisschop van Europa werd genoemd tot 1477, toen zijn halfbroer Karel de Stoute omkwam in de slag om Nancy. Davids politiek leidde in 1481 tot een opstand van aanhangers van de Hoekse partij in Holland. Een nieuwe burgeroorlog, de Stichtse Oorlog, brak uit waarbij David gevangen genomen werd. Maximiliaan van Oostenrijk moest eraan te pas komen om hem te bevrijden. Met de Slag bij Westbroek heroverde David Utrecht. In 1483 werd hij weer verdreven, wat leidde tot het Beleg van Utrecht.

Jaspers oudste dochter en erfgename Elisabeth van Culemborg zou hem drie jaar na zijn dood in 1507 opvolgen als Vrouwe van Culemborg!
Elisabeth groeide derhalve op aan het Habsburgse hof op de Koudenburg in Brussel. Ze was hofdame geweest van de Johanna van Castilië (in Spanje) vanaf dat die op 20 oktober 1496  trouwde met Filips de Schone in de Sint-Gummaruskerk in Lier. Rond 1500 is Elisabeth een schatrijke en machtige vrouw.

Aan het hof ontmoette ze Jan van Luxemburg, een neef van Filips de Schone. Ze trouwde met hem in 1501 in hetzelfde jaar dat Jan tot vliesridder werd geslagen. Lid zijn van de Orde van het Gulden Vlies betekende dat je behoorde tot de binnenste kring van vertrouwelingen rond de vorst. Met Jan steeg dus ook Elisabeth naar grote hoogten.

Elisabeth en Jan erfden haar vaders belangrijkste bezittingen, die door haar beheerd werden, omdat Jan veel afwezig was. Haar eerste echtgenoot Jan van Luxemburg en heer van Ville (ca.1477 – 1508) was raadsheer en tweede kamerheer bij Filips de Schone (Die was de zoon van Maria van Bourgondië en Maximiliaan en de broer van Margaretha van Oostenrijk).
Filips de Schone stierf in 1506, waarna Jan van Luxemburg lid werd van de Nederlandse Geheime Raad onder Margaretha van Oostenrijk, wiens hof in Mechelen was! Jan van Luxemburg, Heer-van-Ville overleed niet lang daarna in 1508.

Na de dood van Filips de Schone in 1506 werd Elisabeth hofdame van diens zus Margaretha van Oostenrijk aan het Hof in Mechelen, die daar Karel V en zijn zusjes met haar hulp opvoedde en die in 1507 benoemd werd tot landvoogdes van de Nederlanden tot 5 januari 1515, toen Karel V tijdens een plechtige vergadering van de Staten-Generaal in het Paleis op de Koudenberg in Brussel meerderjarig werd verklaard.

In 1509 huwde Elisabeth vervolgens met Antoon I van Lalaing, waardoor die in het bezit kwam van de heerlijkheden Hoogstraten en Culemborg (beide verheven tot graafschap in 1518 respectievelijk vóór 1555).

Van links naar rechts: Jan van Luxemburg, Elisabeth van Culemborg, Antoon van Lalaing

In 1501 was Antoon van Lalaing nog kamerheer aan het hof van Filips de Schone. Later, in 1510, was hij kamerheer van de jonge Karel, die vóór zijn mondig verklaring zelfs nog Karel van Luxemburg werd genoemd. In datzelfde jaar werd hij ook lid van de Grote Raad der Nederlanden, die zetelde in Mechelen. In 1516 werd hij verkozen tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Vervolgens werd hij in 1522 aangesteld als stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland.
Antoon van Lalaing was naast bestuurder ook legeraanvoerder. Zo speelde hij een belangrijke rol in de strijd van de Habsburgers tegen hertog Karel van Gelre. Na de plundering door Maarten van Rossum van Den Haag in 1528, kreeg hij van de Staten van Holland een leger van 3000 man mee om in het Sticht Utrecht orde op zaken te stellen. Hij liet de Staten van Utrecht naar Dordrecht komen om trouw te zweren aan Karel V, waarmee aan de wereldlijke macht van de bisschop een einde kwam. De Staten van Holland wilden Het Sticht aan hun gewest toevoegen, maar Karel V volstond ermee in 1528 om Antoine van Lalaing tevens stadhouder van Utrecht te maken.[1] Ook zijn opvolgers zouden Holland en Utrecht besturen.
Zij ontfermden zich een tijdlang over de onechte dochter van Karel V en van Johanna van der Gheynst, later bekend als Margaretha van Parma.
Omstreeks 1520 hadden zij op de Lange Havendijk in Culemborg het zogenaamde Sint-Elisabeth College gesticht, een instelling voor huisvesting en onderhoud van een zestal ‘arme clercken’, dus geestelijken zonder vaste broodwinning, zoals er zovelen in die tijd waren.

De gezondheidsproblemen van Margaretha van Oostenrijk zorgden ervoor dat Antoon (haar rechterhand) in 1530 waarnemend landvoogd van de Nederlanden werd, tot keizer Karel V Maria van Hongarije in hetzelfde jaar tot definitieve opvolgster benoemde.
Zij voerden een grote hofhouding, bezaten verschillende kastelen met inboedel en hun schatkist was goed gevuld. Elisabeth behoorde op dat moment tot de hoogste adel in West-Europa.
In 1532 werd door hen het Sint-Elisabeth Gasthuis (het oude mannen- en -vrouwenhuis ) gesticht. Daar was oorspronkelijk nog een kapel aan verbonden, die aan de overkant van de straat lag.

In 1534 geeft Elisabeth opdracht een prachtig stadhuis in Culemborg te bouwen. Ze laat kerken verfraaien en ondersteunt de armen.

‘Ignis omnia consummabit’ (het vuur zal alles voltooien), een van de adviezen van Anthonis van Lalaing, en daarboven de letters A en E (Anthonis en Elisabeth)

Haar grootvader Anton van Bourgondië (1421-1504) was de tweede zoon van Filips de Goede, van een van zijn maîtresses Jeanne de Presle de Lizy. Hij droeg de benijde titel van Groot-bastaard van Bourgondië en zou samen met de oudere Corneille van Bourgondië de lievelingsbastaard van Filips geweest zijn. Hij werd opgevoed aan het Bourgondisch hof samen met zijn jongere halfbroer, graaf van Charolais, later Karel de Stoute, de laatste der hertogen van Valois en Bourgondië, met wie een nauwe band groeide. In 1459 trouwde hij met Marie de la Viesville, bij wie hij vijf kinderen had, waaronder dus Johanna, de moeder van Elizabeth! Lees vooral Anton’s biografie op Wikipedia om een indruk te krijgen van deze ‘warrrior’

Na het overlijden van haar man Antoon Lalaing in 1540, was Elisabeth zelf al circa 65 jaar oud en besloot haar eigen testament te maken. Ze benoemd haar neef Everhard van Pallandt tot haar opvolger.

Ze gaf de goederen aan het Hof in Hoogstraten (het staatspaleis in Mechelen) aan haar neef Filips van Lalaing en de goederen in en om Culemborg aan haar achterneef Floris van Pallandt, ook een markant persoon. Ze besloot in 1542 de toen 3-jarige Floris in haar kasteel te Culemborg zelf op te voeden volgens strenge katholieke leefregels. Des te navranter dat juist deze Floris zich voor en tijdens de Beeldenstorm ontpopte tot een fel voorstander van het protestantisme. Zelf hield ze wel het vruchtgebruik over Culemborg tot haar dood op 9 december 1555 op 80-jarige leeftijd zittend in een stoel op haar kasteel Culemborg.

Gezegd moet worden, dat deze Elizabeth een toegewijd katholiek was en daarmee ook tegenstander van het protestantisme en de Reformatie.

Zij verbood ‘ketterse boeken’ van Erasmus en liet de Orde van Jezuïeten toe zich in Culemborg te vestigen.
Op 13 oktober 1541 stemde ze zelfs in met de onthoofding van Koen Janzoon.[2] Daarentegen heeft haar erfenis goed uitgepakt voor menig weeskind.
Naar goed katholiek gebruik ging er ook een substantieel bedrag naar goede werken.
Ze bepaalde dat een grote restsom besteed moest worden aan ‘de armen’. Voorwaarde was dat zij die profijt trokken van haar erfenis tot in de eeuwigheid zouden bidden voor haar zielenheil.[3]

In 1555, in het jaar van haar dood, stichtte gravin Elisabeth van Culemborg in Hoogstraten nog het Knechtjescollege of Knechtjeshuis, een voormalig jongensweeshuis, bestemd voor de opvang van twaalf weesjongens.

https://www.voetvanoudheusden.nl/2020/05/voet-voor-thuis-5-bet-achterkleinkind-voor-de-graven-van-culemborg/


[1] Het Sticht Utrecht werd in 1528 bij het verdrag van Schoonhoven geseculariseerd; de bisschop behield zijn geestelijke macht, zijn wereldlijke macht ging over op Karel V, die Antoon van Lalaing aanstelde als eerste stadhouder.

[2] https://www.voetvanoudheusden.nl/wp-content/uploads/2008/11/reformatie-in-culemborg.pdf , blz. 35

[3] https://weeshuismuseum.nl/elisabeth-van-culemborg-wie-was-ze/

You may also like

Blijf op de hoogte, blijf geïnspireerd

Abonneer u op onze nieuwsbrief voor de laatste trends en tips!

@2025 u2013 All Right Reserved. Designed and Developed by PenciDesign